Rapport: Places ordered by the last entered
Beschrijving: Plaatsnamen georderend volgens de laatst toegevoegde
Treffers 4501 t/m 4505 van 4505
# | Plaats | Longitude (Lengte) | Latitude (Breedte) | Aantekeningen | ID |
---|---|---|---|---|---|
4501 | Wijk en Aalburg | 5.1333333 | 51.7500000 | Wijk en Aalburg (dialect: Weijk; uitspraak: Wèk) is een dorp in de gemeente Aalburg in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het is gelegen aan het Heusdensch Kanaal en de Afgedamde Maas, in het Land van Heusden. Het dorp heeft 6182 inwoners (1 januari 2010). Tot 1973 was Wijk en Aalburg een zelfstandige gemeente. Sindsdien is Wijk en Aalburg samengevoegd met de voormalige gemeenten Eethen en Veen tot de nieuwe gemeente Aalburg. Wijk en Aalburg is de hoofdplaats hiervan. De dichtstbijgelegen stad is 's-Hertogenbosch in het zuidoosten. Geschiedenis: Wijk en Aalburg is geleidelijk ontstaan door aaneengroeiing van de zelfstandige dorpen Wijk en Aalburg. Wijk ligt ten noorden van Aalburg. In 1814 werden ze tot één gemeente samengevoegd. Beide dorpen waren benedendorpen van het Land van Heusden, dat sedert 1357 bij het Graafschap Holland hoorde. Wijk; Wijk was oorspronkelijk een zelfstandige heerlijkheid. Sedert 1459 waren de heerlijke rechten in handen van de Abt van de Abdij van Middelburg, en sedert 1562 in handen van de Bisschop van Middelburg. In 1574 kwam aan dit bisdom een einde en gingen de rechten over naar de Grafelijkheid van Holland. In 1724 werd de heerlijkheid weer aan een persoon uitgegeven, en wel aan Maarten Vlaardingerwoud, die schepen was van Rotterdam. De laatste persoon die de heerlijke rechten bezat was ambachtsvrouwe Maria Leopoldina Catharina van Oijen, douairière van Kretschmar van Oijen. Tot 1811 beschikte Wijk over een schepenbank, die de lagere en middelbare juridische bevoegdheid bezat. Voor overige rechtszaken moest men naar Heusden. Isaak Tirion beschreef het dorp in de 18e eeuw als een aangenaam met bomen beplant deftig dorp bestaande uit 133 huizen. Men vond er bovendien het Kasteel Wijkestijn en het Kasteel Kronenburg. Aalburg: Aalburg werd voor het eerst vermeld in 889. Van een kerk werd voor het eerst melding gemaakt in 1010. Deze was aan Sint-Trudo gewijd en het patronaatsrecht berustte bij de Abdij van Sint-Truiden. Aalburg was een ambachtsheerlijkheid en aanvankelijk kleiner dan Wijk. Ook deze heerlijkheid kwam in 1724 in handen van Maarten Vlaardingerwoud. Deze bezat echter slechts de lagere jurisdictie. Tot de bouwwerken behoorden de Stenen Camer, een hoeve met een geschiedenis die terugging tot de 12e eeuw, en Kasteel Craeijenveld, dat in 1431 werd opgedragen aan de Graaf van Holland en door Jacob van Oudenhoven beschreven werd als: een schoon edelmans huijs of slot. Dit kasteel werd begin 19e eeuw afgebroken. |
277 |
4502 | Wolvega | 6.0013889 | 52.8761111 | Wolvega (Stellingwerfs: Wolvege, Fries: Wolvegea) is de hoofdplaats van de gemeente Weststellingwerf in de Nederlandse provincie Friesland. Met meer dan 12.500 inwoners is het veruit de grootste plaats van de gemeente en de Stellingwerven. Historie; Wolvega is oorspronkelijk een streekdorp. De oudste bron waarin het dorp genoemd is, stamt uit 1218. In die tijd droeg het dorp nog de naam Wolwagham, althans zo is het in de Gesta Fresonum opgegeven. In de niet-Friese verslagen van de Vijfde Kruistocht wordt als enige fries Hayo uit Wolvega genoemd. Volgens deze verslagen was hij een ridder uit de dertiende eeuw die bij het beleg van de Egyptische havenstad Damiate de vijandelijke vaandeldragen in 1217 of 1219 neersloeg met een dorsvlegel. Volgens het Jaarboek voor de Middeleeuwse Geschiedenis uit 2002 lukt het Hayo om de banier van de sultan te pakken te krijgen. Het is niet met zekerheid te zeggen of Hayo echt bestaan heeft. In het gemeentehuis van Weststellingwerf is hij afgebeeld op een glas-in-loodraam. Begin negentiende eeuw werd Wolvega vooral bewoond door de arbeidersklasse die met name in de akkerbouw en veeteelt werkzaam was. Toen telde het dorp zo'n 1270 inwoners. De armeren verdienden aan de hoeveelheid hakhout in de omgeving van Wolvega. Hoewel het dorp welvarend was ondervond het destijds hinder van de nabijgelegen koloniën Frederiks- en Willemsoord. In de negentiende eeuw ontwikkelde het dorp zich tot een belangrijke kern. Voorname oorzaak was de aanleg van de rijksstraatweg tussen Leeuwarden en Zwolle in de jaren 20 van de 19e eeuw. Deze weg kruiste in het dorp een belangrijke oost-westverbinding. Op het kruispunt van beide wegen werd in 1835 het grietenijhuis geopend. Hiermee werd Wolvega definitief de hoofdplaats van de gemeente Weststellingwerf. Hoewel het gebouw in functie al diverse opvolgers heeft gekend, bestaat het nog steeds. Het bevat nu enkele bedrijven en appartementen. Ook opening van staatsspoorlijn A tussen Arnhem, Zwolle en Leeuwarden in 1868 droeg bij aan de ontwikkeling van het dorp. Het stationsgebouw uit 1865 bestaat, ondanks een jarenlange dreiging tot sloop, nog altijd en is in 1991 geheel gerenoveerd. Behalve langs de oude wegen breidde de bebouwing zich nu ook meer geconcentreerd rond het centrum uit. In 1839 werd de publieke wandelplaats De Nieuwe Aanleg als werkverschaffingsproject uitgevoerd. Het park werd ontworpen door de beroemde tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard. Daarnaast kenden ook de verschillende buitenhuizen grote parkachtige tuinen. Hiervan zijn nog enkele kleine gedeeltes bewaard gebleven, soms slechts in de vorm van wat oude bomen. |
276 |
4503 | Spijkenisse | 4.3318410 | 51.8412999 | Spijkenisse is een plaats en gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland op het eiland Putten. De gemeente telt 72.345 inwoners (1 november 2012, bron: CBS) en beslaat ruim 30 km², waarvan 4,07 km² water. Qua inwoners is het de 42e gemeente van Nederland en de derde plaats binnen de Stadsregio Rotterdam (ook bekend als het Rijnmond-gebied). Spijkenisse grenst in het zuiden en westen aan Bernisse en Korendijk en in het noorden en oosten aan Albrandswaard en Rotterdam. De kernen Hekelingen (tot 1966 een aparte gemeente) en Beerenplaat vallen tevens binnen de gemeente Spijkenisse. De gemeente maakt deel uit van het samenwerkingsverband Stadsregio Rotterdam en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Geschiedenis: Het gebied waar Spijkenisse nu ligt wordt al zeer lang bewoond. Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat de eerste sporen van bewoning in het Maasmondgebied dateren van ongeveer 10.000 jaar geleden. Toen werkten er vissers (steurvangers) en jagers in het moerassige gebied van het huidige Spijkenisse. De naam Spickenisse treft men voor het eerst in een bron van het jaar 1231 aan. De plaats dankt zijn naam aan de woorden spieke (spits) en nesse (letterlijk neus); een spits stuk uitstekend land langs een rivier. Spijkenisse is ontstaan als een boeren- en vissersgemeenschap aan een kreek van de Oude Maas. Op de noordoever vormde zich een woondijk, de huidige Voorstraat. De huizen, de akkers en een stenen kerkgebouw daaromheen groeide uit tot dorpskern. De middeleeuwse Oude Kerk en het Marktplein bestaan nog steeds en zijn een bezienswaardigheid, evenals de molen aan het Noordeinde. In de 16e eeuw werd het dorp enkele malen getroffen door overstromingen. In de 17e en 18e eeuw werd Spijkenisse getroffen door branden. Door deze rampen werd de welvaart en economische groei in het gebied belemmerd. De Heer van Putten had zeggenschap over het grondgebied. Het wapen van die familie wordt tegenwoordig gebruikt als het stadswapen. In 1459 ging de Heerlijkheid Putten, waaronder Spijkenisse, over naar Philips van Bourgondië. In 1581 kwam het gebied onder de macht van de Staten van Holland. Van 1817 tot 1966 waren Spijkenisse en Hekelingen twee zelfstandige gemeenten onder één burgemeester. Na de Tweede Wereldoorlog was het dorp nog bescheiden van omvang (ca. 2500 inwoners), maar vanaf de jaren '60 en jaren '70 is de gemeente als groeikern uitgegroeid tot een fikse middelgrote gemeente. Momenteel werkt Spijkenisse hard aan het ontgroeien van haar status van groeikern door het actuele Centrumplan: Een omvangrijk project dat Spijkenisse een groter en meer divers centrum moet geven. |
275 |
4504 | Hoogvliet | 4.3546673 | 51.8602470 | Hoogvliet is een deelgemeente van de gemeente Rotterdam. Hoogvliet is een voormalig dorp en gemeente in Zuid-Holland. De oudste vermelding van Hoogvliet – in vroeger eeuwen Oedenvliet, Oudenvliet en Odenvliet genoemd – dateert van 26 mei 1326 (Archief heren Van Putten & Strijen inv. nr. 144). Het is genoemd naar Oda (Oede) van Putten, middelste van drie dochters van Heer Nicolaas III van Putten en zijn vrouw, Vrouwe Aleida van Strijen, die dit gebied als bruidsschat meekreeg bij haar huwelijk in 1315 met Willem V van Horne. Tot 1811 bleef Hoogvliet een zelfstandige ambachtsheerlijkheid. Van 1811 tot 1818 behoorde Hoogvliet tot de gemeente Poortugaal. Van 1818 tot 1934 was Hoogvliet (weer) een zelfstandige gemeente, die de laatste decennia van haar zelfstandigheid een burgemeester deelde met het dorp Pernis. |
274 |
4505 | Weststellingwerf | 6.014435 | 52.829616 | Weststellingwerf is een gemeente met 25.643 inwoners (1 november 2012, bron: CBS) in de Nederlandse provincie Friesland. De groei van het inwonertal door de jaren heen is vooral te danken aan de uitbreiding van de hoofdplaats Wolvega, waar tevens het gemeentebestuur zetelt. De gemeente heeft een oppervlakte van 228,36 km², waarvan 6,21 km² water. De gemeente ligt in de Stellingwerven, tegen de grenzen met de provincies Drenthe en Overijssel. De landbouw omvat akkerbouw en veehouderij. De industrie, voornamelijk gevestigd in Wolvega en Noordwolde, produceert onder andere meubelen, zuivelproducten, bouwmaterialen en elektrotechnische artikelen. Het natuurreservaat Lindevallei is een complex bestaande uit: Helomapolder, Driessenpolder, Gorterspolder, Botkereservaat, Onland en Oude Stroomdal (petgaten ten zuiden van de Linde). Andere natuurgebieden binnen de gemeente zijn de staatsnatuurreservaten Brandemeer (niet toegankelijk) en Rottige Meente. Geschiedenis; De oudste dorpen in Weststellingwerf ontstonden in de 8ste-14de eeuw, gebouwd op flauw hellende, lange zandruggen, die oorspronkelijk werden begrensd door hoogveen. In 1204 kregen de inwoners van Oldeholtpade toestemming van de Bisschop van Utrecht, waar ze destijds onder stonden, om een eigen kapel te hebben. Deze verwijzing bewijst dat men al in die tijd tussen de rivieren Linde en Tjonger woonden. In deze jaren behoorden West- en Ooststellingwerf tot het straatarme Drenthe. Het bestuur en de rechtspraak waren in handen van stellingen (dorpsrechters), die elk jaar wisselden. In 1504 werd het gebied de tiende grietenij van de Zevenwouden, dat voor die tijd uitzonderlijk democratisch was. Later worden er meerdere dorpen genoemd, en zo ontstaat langzaam een vrije natie van de Stellingwerven. De eigenlijke naam Stellingwerf komt voor zo ver bekend als eerst voor in een document uit 1309. In 1517 worden de Stellingwerven gescheiden in het Westeinde (nu Weststellingwerf) en het Oosteinde (nu Ooststellingwerf). De Stellingwerven maken met uitzondering van het deel ten noorden van de Tjonger vanouds deel van het Saksisch taalgebied |
273 |
«Vorige «1 ... 87 88 89 90 91