Utrecht
Stamboom: Stamboom Kuipers van Wijk
Aantekeningen:
Utrecht is een stad en gemeente in Nederland en de hoofdstad van de provincie Utrecht. Tevens was de stad in het jaar 1808 kortstondig de hoofdstad van het Koninkrijk Holland (1806-1810). Utrecht is de vierde stad van Nederland naar inwonertal en er wonen 321.583 mensen (1 november 2012; bron: CBS). Het stadsgewest Utrecht, de agglomeratie die samenvalt met het BRU, omvat ruim 640.000 inwoners. De gemeente Utrecht valt samen met de stad.
De stad bevindt zich in de Randstad en is centraal gelegen op een knooppunt van wegen, spoorwegen en waterwegen, waardoor het een toonaangevende beurzen- en conferentiestad is en het hardst groeiende economische centrum - vooral in de dienstensector - van zowel de Randstad als Nederland.
Utrecht was een van de eerste steden in het huidige Nederland met stadsrechten en heeft een lange geschiedenis en een belangrijk historisch centrum. Kenmerkend voor de stad zijn onder meer de werven en de Dom van Utrecht (met de 112 meter hoge Domtoren) waaraan de stad de bijnaam Domstad ontleent.
De stad huisvest drie universiteiten waarvan de grootste de Universiteit Utrecht is. Deze universiteit is de op een na grootste van Nederland. Hiernaast zijn er drie omvangrijke hogescholen, het hoofdkantoor van de Nederlandse Spoorwegen, ProRail, de Rabobank Nederland en de Jaarbeurs Utrecht gevestigd. Utrecht is daarnaast de zetel van de rooms-katholieke aartsbisschop van Nederland (zie aartsbisdom Utrecht) en van de oudkatholieke aartsbisschop. Tevens is er het landelijke organisatiebureau van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) gevestigd.
Geschiedenis;
Op en rond het huidige Domplein is de plaats waar de Romeinen rond 50 n.Chr. de basis voor de stad Utrecht hebben gelegd. Aan de oever van de Rijn bouwden ze het castellum Traiectum van hout en aarde. Dit fort was onderdeel van de verdedigingsgordel langs de noordgrens van het Romeinse Rijk, de zogenaamde limes. Tussen 50 en 270 n.Chr. werd het castellum vier maal herbouwd. Na het vertrek van de Romeinen streden de Friezen en de Franken lange tijd om de vesting. De overgebleven ommuring leefde voort als de burcht Trecht.
In 690 stichtte de Angelsaksische missionaris en bisschop Willibrord binnen de grotendeels verlaten grenspost Utrecht een geestelijk centrum met twee kerken, waar later nog een derde aan werd toegevoegd. Hieruit ontwikkelde zich het complex van de aan Sint-Maarten gewijde Domkerk, de Sint-Salvatorkerk en de tussengelegen Heilig-Kruiskapel. Vanaf de achtste eeuw, met een onderbreking vanwege Vikingen, zetelde een bisschop in Utrecht, dat daardoor het religieuze centrum van de Noordelijke Nederlanden was. Vanaf de tiende eeuw kreeg de bisschop steeds meer wereldlijke macht. Hij werd toen de belangrijkste vorst in de Noordelijke Nederlanden, die heerste over het Sticht. In de directe omgeving van de burcht ontstond de bloeiende handelswijk Stathe waar kooplieden en ambachtslieden zich vestigden. In de elfde eeuw werd het kerkelijk centrum uitgebreid met drie nieuwe kapittelkerken en een abdij, die samen het Utrechtse kerkenkruis vormden. Diezelfde eeuw voegden de bisschop en de keizer hun paleizen toe aan de burcht.
Op 2 juni 1122 kreeg Utrecht zijn stadsrechten bevestigd door Hendrik V, keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie. De bisschop verloor hierdoor veel invloed op de stad ten gunste van de kersverse stedelingen. Deze mochten de stad nu omwallen, en nog in 1122 begon tevens de aanleg van het stuk Oudegracht tussen Ledig Erf en Gaardbrug. Utrecht ontwikkelde zich tot de enige stad van betekenis in de Noordelijke Nederlanden. De groei van de bevolking blijkt onder meer uit het feit dat er drie nieuwe parochies werden afgesplitst van de oudste parochie, die van de Buurkerk. Het bestuur van de stad bestond aanvankelijk uit schout en schepenen, maar al in 1196 werd een Raad gevormd, die tot de oudste ten noorden van de Alpen behoort.
Vanaf de twaalfde eeuw werd de macht van naburige vorsten groter, terwijl die van de Utrechtse bisschop afnam. Gedurende de hele Middeleeuwen hebben vooral Holland en Gelre geprobeerd delen van het Sticht in te lijven. Binnen de stad ontstonden twee overheersende partijen, waarvan de een pro-Holland was en de ander pro-Gelre. Eeuwenlang hebben deze partijen elkaar te vuur en te zwaard bestreden. Herhaaldelijk kan gerust gesproken worden van burgeroorlog binnen de stadsmuren.
Ondanks deze strijd en ondanks de toenemende concurrentie van de Hollandse steden vanaf de dertiende eeuw, bleef Utrecht de grootste en welvarendste stad en het belangrijkste culturele centrum in de Noordelijke Nederlanden. De welgestelden bouwden grote stenen huizen langs de Oudegracht, vooral nadat rond het midden van de dertiende eeuw het gebruik van baksteen algemeen werd. Langs de gracht zelf ontstonden de karakteristieke werven en werfkelders. Talrijke kloosters vestigden zich in de stad. In onder meer 1253 vond in Utrecht een grote stadsbrand plaats. De huidige gotische Domkerk werd vervolgens vanaf 1254 gebouwd naar voorbeeld van de grote Franse kathedralen.
In 1304 deden de gilden een succesvolle greep naar de macht, en zij zouden tot 1528 een grote rol in het stadsbestuur blijven spelen. Met het graven van de Nieuwegracht eind veertiende eeuw was het stratenpatroon binnen de stad grotendeels voltooid en het stadsgebied raakte grotendeels volgebouwd. Opvallend is het grote aantal gasthuizen (opvanghuizen voor behoeftigen) dat in deze eeuw ontstond. Het grootste prestigeproject van de veertiende eeuw was echter de bouw van de kolossale Domtoren, een van de grootste torens die tot dan toe waren gebouwd.
De dreiging van de buurstaten van het Sticht bleef groot, en bewoners van het Nedersticht dwongen de bisschop in 1375 de Stichtse Landbrief uit te vaardigen, waardoor zij als Staten van het Nedersticht controle konden uitoefenen op de wijze waarop politiek bedreven werd. De Staten bestonden uit vertegenwoordigers van de geestelijkheid, de adel en de steden. Utrecht nam door zijn dominante positie een overheersende positie in de Statenvergaderingen in. Door verdere groei was Utrecht tot halverwege de 16e eeuw de grootste stad van de noordelijke Nederlanden.
In de zestiende en zeventiende eeuw speelde Utrecht met zijn Utrechtse School ook een belangrijke rol in de Nederlandse schilderkunst. Bekende schilders waren de renaissanceschilder Jan van Scorel, de "maniëristen" Joachim Wtewael, Abraham Bloemaert en Paulus Moreelse, de "Utrechtse caravaggisten" Hendrick ter Brugghen, Gerard van Honthorst en Dirck van Baburen, de "Italianisanten" Cornelis van Poelenburch, Jan Both en Jan Baptist Weenix.
Vanaf de late middeleeuwen tot het begin van de 19e eeuw kende de stad verschillende periodes van botsingen en verschuivingen tussen en binnen verschillende machten, door onder meer de reformatie, gilden en bezettingen door Spanjaarden en Fransen. In deze periode werd de Universiteit Utrecht opgericht.
Vanaf het begin van de 19e eeuw werden, in ruime zin, nutsvoorzieningen aangelegd en uitgebreid, wat de situatie voor de stad sterk verbeterde. In de tweede helft van de 19e eeuw vond de eerste stadsuitbreiding plaats. Voor, en met name na de Tweede Wereldoorlog zou Utrecht hiermee grootschalig uitbreiden.

Treffers 1 t/m 50 van 457
Treffers 1 t/m 12 van 12
Familienaam, Voorna(a)m(en) ![]() |
Doop (CHR) ![]() |
Persoon-ID | Stamboom | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | ![]() | 12 dec 1779 | Utrecht | I3381 | Stamboom Kuipers van Wijk |
2 | ![]() | 16 aug 1747 | Utrecht | I3375 | Stamboom Kuipers van Wijk |
3 | ![]() | 26 apr 1775 | Utrecht | I3379 | Stamboom Kuipers van Wijk |
4 | ![]() | 6 mei 1778 | Utrecht | I3380 | Stamboom Kuipers van Wijk |
5 | ![]() | 22 apr 1772 | Utrecht | I3378 | Stamboom Kuipers van Wijk |
6 | ![]() | 2 mrt 1693 | Utrecht | I41190 | Stamboom Kuipers van Wijk |
7 | ![]() | 10 jun 1770 | Utrecht | I3377 | Stamboom Kuipers van Wijk |
8 | ![]() | 9 nov 1707 | Utrecht | I3371 | Stamboom Kuipers van Wijk |
9 | ![]() | 18 jun 1691 | Utrecht | I3397 | Stamboom Kuipers van Wijk |
10 | ![]() | 28 apr 1720 | Utrecht | I41286 | Stamboom Kuipers van Wijk |
11 | ![]() | 22 mei 1718 | Utrecht | I41285 | Stamboom Kuipers van Wijk |
12 | ![]() | 4 jun 1716 | Utrecht | I41284 | Stamboom Kuipers van Wijk |
Treffers 1 t/m 50 van 530
Treffers 1 t/m 7 van 7
Familienaam, Voorna(a)m(en) ![]() |
Begraven ![]() |
Persoon-ID | Stamboom | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | ![]() | 21 okt 1744 | Utrecht | I3373 | Stamboom Kuipers van Wijk |
2 | ![]() | Utrecht | I90596 | Stamboom Kuipers van Wijk | |
3 | ![]() | 25 nov 1782 | Utrecht | I3372 | Stamboom Kuipers van Wijk |
4 | ![]() | 17 nov 1704 | Utrecht | I3363 | Stamboom Kuipers van Wijk |
5 | ![]() | 2 aug 1737 | Utrecht | I3367 | Stamboom Kuipers van Wijk |
6 | ![]() | 19 jun 1713 | Utrecht | I3364 | Stamboom Kuipers van Wijk |
7 | ![]() | Utrecht | I56534 | Stamboom Kuipers van Wijk |
Treffers 1 t/m 50 van 168
Treffers 1 t/m 11 van 11
Gezin ![]() |
Scheiding ![]() |
Gezins-ID | Stamboom | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Bosch / Kaijs | 17 dec 1947 | Utrecht | F22111 | Stamboom Kuipers van Wijk |
2 | de Jong / Altena | 10 okt 1918 | Utrecht | F28986 | Stamboom Kuipers van Wijk |
3 | Heikamp / van Barneveld | 7 mrt 1951 | Utrecht | F19916 | Stamboom Kuipers van Wijk |
4 | Huizer / Ververs | 4 feb 1986 | Utrecht | F28347 | Stamboom Kuipers van Wijk |
5 | Maasdam / van der Lee | 23 jun 1913 | Utrecht | F32845 | Stamboom Kuipers van Wijk |
6 | Oosthoek / Hussem | 13 nov 1946 | Utrecht | F14933 | Stamboom Kuipers van Wijk |
7 | van Amerongen / Smit | 22 aug 1945 | Utrecht | F11944 | Stamboom Kuipers van Wijk |
8 | van Cuijk / van Putten | 13 jan 1916 | Utrecht | F9148 | Stamboom Kuipers van Wijk |
9 | van Daalen / Smit | 7 jan 1955 | Utrecht | F11940 | Stamboom Kuipers van Wijk |
10 | van Rijn / Bouman | 2 jun 1946 | Utrecht | F29014 | Stamboom Kuipers van Wijk |
11 | Visser / Dijns | 2 feb 1948 | Utrecht | F31127 | Stamboom Kuipers van Wijk |