Hugo van Vermandois (920 - 962) stamde uit de familie van de Karolingen en was de jongste zoon van graaf Herbert II van Vermandois.
In het jaar 925 liet graaf Herbert II van Vermandois zijn toen 5-jarige zoon Hugo tot aartsbisschop van het aartsbisdom Reims benoemen en zichzelf tot beheerder van de aartsbisschoppelijke goederen. In het jaar 931 veroverde de Robertijn Hugo de Grote, in zijn vete met graaf Herbert II van Vermandois, de stad Reims. Vervolgens verving hij de toenmalige aartsbisschop van Reims, de toen 11-jarige Hugo, door Artald van Reims.
Een van Artalds belangrijkste ambtshandelingen was de kroning op 19 juni 936 in Laon van de Karolingische koning Lodewijk IV van Frankrijk. Lodewijks zelfbevrijding uit de voogdij van Hugo de Grote leidde de volgende jaren tot een alliantie tussen Hugo de Grote en Herbert II van Vermandois, die in 940 Reims veroverde, Artald als aartsbisschop afzette en diens voorganger Hugo van Vermandois, nu twintig jaar oud, opnieuw als aartsbisschop installeerde. Zes jaar later (946) slaagde Lodewijk IV er in Reims te heroveren en werd Artald weer als aartsbisschop geïnstalleerd.
Op de Universele Synode van Ingelheim van de gezamenlijke bisschoppen van het West- en Oost-Frankische Rijk in juni 948 werd de rechtmatigheid van de benoeming van Artald van Reims tot aartsbisschop van Reims erkend. Tevens werd de strijd van Hugo de Grote tegen zijn leenheer koning Lodewijk IV van Frankrijk veroordeeld.