Filips van de Elzas (1142 – bij Akko, 1 juni 1191) was graaf van Vlaanderen van 1168 tot aan zijn dood. Hij was de tweede zoon van Diederik van de Elzas en Sybille van Anjou.
Door zijn vader was hij tot regent van het graafschap aangesteld tijdens diens derde reis naar het Heilig Land in 1157. In de praktijk bekleed met de titel van graaf, nam hij sinds dat jaar actief deel aan de regering, ook na de terugkeer van zijn vader in 1159. Toen deze in 1168 overleed, werd hij ook officieel graaf van Vlaanderen.
Door zijn huwelijk met Elisabeth van Vermandois (in 1159), dochter van Roeland I van Vermandois, verwierf Filips in 1163 het graafschap Vermandois en de afhankelijkheden Amiens en Valois, waardoor Filips' machtsgebied in het zuiden nu tot aan het Franse kroondomein reikte, het Île de France. Na de dood van Elisabeth (1183) eiste de Franse koning Filips August echter haar bezittingen op, doch na onderhandelingen mocht Filips ze levenslang behouden; niettemin stond hij vrijwillig Valois aan zijn schoonzuster Eleonora af.
In 1184 hertrouwde Filips met Mathilde, dochter van koning Alfons I van Portugal. Zijn beide huwelijken bleven kinderloos. Het besef dat het Huis van de Elzas in mannelijke lijn zou uitsterven, heeft Filips ertoe gedreven een politiek te voeren die erop gericht was het Franse kroondomein te beheersen. In 1180 liet hij zijn nicht Isabella van Henegouwen huwen met de jonge Franse koning Filips II August, die onder zijn voogdij stond. Dat bleek echter een misrekening, want Filips Augustus ging zijn eigen politiek voeren, die van hem de grote hersteller van de koninklijke macht zou maken. Toen Filips van de Elzas overleed viel het zuidelijk deel van Vlaanderen (het latere graafschap Artesië), dat hij als huwelijksgift aan Isabella had geschonken, aan Frankrijk.
Na de mislukking van zijn politiek tegenover Filips II August zocht Filips van de Elzas compensatie in zijn Palestijnse ambities, die evenmin met succes werden bekroond. Tijdens zijn tweede tocht naar het Heilige Land stierf hij aan een epidemische ziekte bij de belegering van Akko. Hij werd opgevolgd door zijn zus Margaretha en zijn zwager, Boudewijn de Moedige, die als Boudewijn VIII ook graaf van Vlaanderen werd.