Mattheus I van de Elzas (ca. 1138 - Driencourt, 25 juli 1173) was graaf van Boulogne.
Mattheus was een zoon van de graaf van Vlaanderen, Diederik van de Elzas en Sybilla van Anjou. Hij trouwde in 1060 met Maria van Boulogne, erfgename van het graafschap Boulogne en uitgestrekte bezittingen in Engeland sinds de dood van haar laatste broer in 1159. Dit huwelijk werd gearrangeerd door Hendrik II van Engeland, en niemand trok zich er iets van aan dat Maria in 1159 abdis was van de abdij van Romsey. In 1162 vroeg Mattheus aan de paus om een bisschop aan te stellen in Boulogne. De paus weigerde en in de volgende ruzie excommuniceerde de paus Mattheus en Maria, met als grond dat hun huwelijk niet geldig was omdat Maria als non geestelijke geloften had afgelegd die ze nu niet meer trouw was. Aanvankelijk trok niemand hier zich veel van aan en Mattheus nam in 1166 deel aan een Vlaamse expeditie tegen Holland. Maar in 1168 volgde een interdict voor het graafschap Boulogne. In 1170 werd er met hulp van keizer Frederik I van Hohenstaufen een regeling getroffen waarbij Mattheus en Maria scheidden en de excommunicatie werd opgeheven. Maria trad weer in het klooster en Mattheus mocht het graafschap Boulogne behouden.
Mattheus was een trouw volgeling van koning Hendrik II en ontving van hem grote goederen in Normandië en Engeland. Hij gaf stadsrechten aan Calais. Mattheus overleed aan verwondingen door een kruisboog, tijdens het beleg van Driencourt.