"Gheerit van Roon, Baelliu [baljuw] van Putten te Geervliet, hadde te wijve Jouffr. Catharina van der Does by Leyden/ en wan [o.a.] Jouff. Fransoyse van Roon, die te man had Fransoys van Bodegem te Delf ende wan kinders." (Van Goudhoeven, o.c., p. 200)
8 okt. 1546: Raes van Roon met zijn broer Gerrit van Roon als borg verkoopt aan Pieter Cornelisz. te Schiedam een losrente van 36 Karolus gulden op 13 gemet onbelast land in de polder van Oude Roon (Ons Voorgeslacht 1987, p. 80)
31 mei 1561: jonkheer Gerrit van Roon, als gemachtigd op 15 apr. 1561 voor Lenert Cornelisz. Roobol en Koos Dirricksz., schepenen van Rhoon, door zijn broer Boudewijn van Roon, verkoopt aan meester Servaes Fabri Pietersz. en de kinderen van diens zuster Agatha een losrente van 48 Karolus gulden op 25 gemet 1 lijn land in Sweerdijck onder het ambacht Poortugaal, onbelast, waarvan 13 gemet zijn belend ten oosten door heer Boudewijn van Roon en meester Karel van Nitzen